Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…
Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.
Het Federaal Planbureau heeft – na een eerste analyse in 2012- een tweede evaluatie gemaakt van de belastingvoordelen van de federale overheid en van de gewestelijke subsidies, ter ondersteuning van de investeringen van ondernemingen in Onderzoek en Ontwikkeling (O&O). Er werd nagegaan in welke mate deze overheidssteun heeft bijgedragen aan de recente stijging van de O&O-intensiteit in België.
De voornaamste conclusies van de tweede evaluatie zijn:
Sinds 2005 is de O&O-intensiteit in België sterk toegenomen. In 2012 bereikten de totale O&O-uitgaven een voorlopig historisch hoogtepunt van 2,24 % in verhouding tot het bbp. Tussen 2005 en 2008 introduceerde de federale overheid - om tegemoet te komen aan haar verbintenis om de O&O-uitgaven tegen 2020 op te trekken tot 3% van het bbp - verschillende fiscale voordelen om bijkomende O&O-uitgaven door ondernemingen aan te moedigen. De belastingvoordelen die werden geïntroduceerd zijn:
De belastingvoordelen blijken redelijk populair en het aantal O&O-actieve ondernemingen dat gebruik maakt van één of meerdere voordelen is geleidelijk aan toegenomen. In 2012 bedroegen de belastingvoordelen 0,17 % van het bbp, waarmee België op een derde plaats staat binnen de OESO op het vlak van fiscale steun voor O&O. Gezien de aanzienlijke budgettaire kost, stelt zich de vraag of, en in welke mate, de recente stijging van de O&O-intensiteit in België toe te schrijven is aan de belastingvoordelen voor ondernemingen.
In het kader van hun bevoegdheden over wetenschap en innovatie, die in België grotendeels geregionaliseerd zijn, verlenen de gewesten aanzienlijke directe steun (subsidies) aan ondernemingen voor O&O en innovatie. De subsidies die ondernemingen ontvingen van de gewestelijke overheden werden ook in de evaluatie beschouwd om na te gaan in welke mate subsidies en belastingvoordelen complementair zijn.
Zowel voor subsidies als voor fiscale voordelen zijn het steeds de ondernemingen zelf die beslissen om steun te vragen en voor welk bedrag. Voor subsidies zijn er ook, al dan niet expliciete, selectiecriteria die worden gehanteerd bij het toekennen van steun. Dit maakt dat de groep van ondernemingen die overheidssteun ontvangt sterk kan verschillen van de groep van ondernemingen die geen steun aanvraagt of krijgt. Als bij schattingen geen rekening wordt gehouden met deze verschillen, dan zal de geschatte impact van overheidssteun vertekend zijn en waarschijnlijk overschat worden aangezien ondernemingen die van plan zijn hun O&O-activiteiten uit te breiden sneller geneigd zullen zijn steun aan te vragen dan ondernemingen die van plan zijn hun O&O-uitgaven niet te verhogen of te verminderen.
In deze tweede evaluatie van de overheidssteun voor O&O in België werden verschillende schattingsprocedures beschouwd die proberen rekening te houden met mogelijke vertekening door de (zelf-)selectie van ondernemingen. Aangezien alle methodes beperkingen hebben, werden de resultaten van een basisspecificatie vergeleken met de resultaten van alternatieve schattingen en werden de conclusies geformuleerd op basis van de meest robuuste resultaten.
Verwante documenten
Beschikbare gegevens
Thema's
Structurele Studiën > Productiviteit en langetermijngroei
JEL
None
Keywords