Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…
Het Federaal Planbureau stelt zijn nieuwe internationale macro-economische projectie 2008-2015 voor in de publicatie ‘The NIME Outlook for the World Economy’ van augustus 2008. Dit nummer omvat eveneens een thematische studie ‘Focus’ die gewijd is aan de Amerikaanse residentiële vastgoedmarkt.
Het Federaal Planbureau stelt een internationale macro-economische projectie voor de periode 2007-2013 voor in zijn publicatie ‘The Nime Outlook for the World Economy’ van augustus 2007.
Het Federaal Planbureau stelt zijn nieuwe mondiale macro-economische projectie 2007-2013 voor in de publicatie 'The NIME Outlook for the World Economy'.
Voor de periode 2007-2013 zou, volgens de projectie, de mondiale economische groei minder sterk zijn en zou de inflatie over het algemeen goed onder controle blijven. De groei wordt vooral geschraagd door een regelmatige productiviteitsstijging en een sterke groei van de binnenlandse vraag. De groei van het bruto binnenlands product (bbp) kent echter een terugval in Japan over de gehele periode en vanaf 2010 in de eurozone. In de eurozone en Japan wordt de groei neerwaarts beïnvloed door een daling van de bevolking op arbeidsleeftijd, waardoor de druk op de beroepsbevolking toeneemt. Door die demografische ontwikkelingen krimpt het arbeidsaanbod en wordt een opwaartse druk uitgeoefend op de reele lonen, en aldus op de inflatie. De grotere inflatoire spanningen zouden de monetaire overheden ertoe aanzetten in te grijpen om prijsstabiliteit te waarborgen. Daardoor stijgen de rentevoeten over de volledige periode 2007-2013, zowel in Japan als in de eurozone. De inflatie wordt echter ingedijkt door een gestage daling van de olieprijzen. De internationale groeivooruitzichten lijken momenteel onderhevig te zijn aan één grote onzekerheid: hoewel het begrotingstekort van de Verenigde Staten geleidelijk verdwijnt en op middellange termijn wordt omgevormd tot een overschot, blijft het aanzienlijke tekort op de lopende rekeningen een grote bedreiging vormen voor de externe waarde van de dollar.
Het Belgische Federaal Planbureau stelt zijn nieuwe mondiale macro-economische projectie 2006-2012 voor in de publicatie ‘The Nime Outlook for the World Economy’ van augustus 2006.
Het Federaal Planbureau presenteert vooruitzichten voor de wereldeconomie voor de periode van 2006 tot 2012; deze vooruitzichten verschijnen in het januari-2006 nummer van "The NIME Economic Outlook for the World Economy".
Voor de periode van 2006 tot 2012 worden een gelijkmatige globale economische groei en lage inflatie verwacht. De groei wordt hoofdzakelijk ondersteund door een robuuste productiviteitsgroei en relatief lage rentevoeten, terwijl lage inflatieverwachtingen en de afwezigheid van verdere loon- en prijseffecten ten gevolge van de olieprijsstijgingen ervoor zorgen dat een versnelling van de inflatie uitblijft. Desalniettemin bijven de groeivooruitzichten onzeker omdat ook verwacht wordt dat de Amerikaanse externe onevenwichten zullen toenemen. De vooruitzichten tonen ook dat tegen het einde van de projectieperiode de demografische ontwikkelingen op de groei beginnen te wegen en dat dit vooral het geval is in Japan.
Het Federaal Planbureau presenteert voor de eerste maal een vooruitzicht voor de wereldeconomie; deze vooruitzichten verschijnen in het eerste nummer van de nieuwe publicatie "The NIME Economic Outlook for the World Economy" en bestrijken de periode van 2005 tot 2011. Deze nieuwe publicatie zal ieder jaar in januari en augustus verschijnen.
In 2004 was de economische groei wereldwijd bijzonder sterk, terwijl de inflatie in de voornaamste zones van de wereldeconomie laag bleef. Voor de periode 2005-2011 wordt verwacht dat de globale economische groei sterk zal blijven maar dat de externe onevenwichten zullen toenemen, in het bijzonder in de Verenigde Staten. De vooruitzichten tonen ook dat tegen het einde van de projectieperiode de demografische ontwikkelingen beginnen te wegen op de groei in Japan en, zij het in mindere mate, in de eurozone.