Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Tools & info
Het FPB stelt enkele handige tools ter beschikking om informatie te zoeken op de website: zoekmachine, sitemap, JEL classification en keywords. Daarnaast vindt u hier ook de rubrieken m.b.t. het gebruik van cookies, ons gebruikershandvest en de mogelijkheid om een klacht in te dienen.
Voor de projectie van indicatoren van de sociale houdbaarheid gebruikt het Federaal Planbureau het dynamische microsimulatiemodel MIDAS, dat recent een omvangrijke revisie heeft ondergaan. In deze working paper rapporteren wij een projectie tot 2070 van het armoederisico van en de inkomensongelijkheid onder ouderen, gepensioneerden en de bevolking beneden 65 jaar, in een scenario met het huidige beleid inzake pensioenen en de verwachte demografische en sociaal-economische evoluties.
Het eerste deel van deze Working Paper bespreekt de hoofdtrends in België inzake het armoederisico, vergeleken met die in de EU27 en de omliggende landen. Een tweede deel toont aan dat de stijging van het armoederisico bij de bevolking beneden 60 jaar voor een deel kan worden toegeschreven aan een toename van de concentratie van het ontbreken van betaald werk bij bepaalde huishoudens. Ook slagen de uitkeringen in de sociale zekerheid en de bijstand er steeds minder in om baanloze huishoudens boven de armoededrempel te tillen.
Deze Working paper plaatst de beleidskeuzes die gemaakt zijn bij de regionale hervormingen van de kinderbijslag in perspectief. Met behulp van het microsimulatiemodel EXPEDITION worden de verwachte directe effecten van die hervormingen op de kinderbijslaguitgaven en de inkomensverdeling in kaart gebracht. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar de effecten op het gesimuleerd armoederisico bij (gezinnen met) kinderen, aangezien dit een gedeelde bezorgdheid was bij de hervormingen in de verschillende regio’s.
Deze Working Paper identificeert de kenmerken die ernstige materiële deprivatie in België verklaren, waarbij een onderscheid tussen de groep jonger dan 65 en 65-plussers wordt gemaakt. De mate van ernstige materiële deprivatie is voor beide leeftijdsgroepen afgenomen, en jongeren worden meer getroffen dan ouderen. Hoewel er een duidelijk verband is tussen inkomen en deprivatie, is de overlap verre van perfect. De correlatie tussen inkomensarmoede en deprivatie is zwakker voor de ouderen dan voor de jongeren.
Het Federaal Planbureau ontwikkelde binnen het Nowcasting project een dynamisch microsimulatie-model voor nowcasting en middellange-termijn projecties (tot 2020) van indicatoren van armoede en sociale uitsluiting. De conclusies van dit project zijn de volgende: ten eerste is gebleken dat het produceren van nowcasting en middellange-termijn projecties mogelijk is met een dynamisch microsimulatiemodel. Ten tweede suggereren de voorlopige resultaten dat het algemene armoederisico ruwweg stabiel zou blijven, waarbij het voor de 65+ zou afnemen terwijl het voor de actieve bevolking licht zou toenemen. Ten derde zou de algemene inkomensongelijkheid niet verder toenemen maar zich stabiliseren. Tenslotte, de VLWI zou verder afnemen, vooral onder invloed van de toenemende activiteitsgraad onder de bevolking op actieve leeftijd.
In de voorbereiding van het 2018 Pension Adequacy Report door de Europese Commissie en het Social Protection Committee hebben teams uit België, Zweden en Italië samengewerkt om met hun microsimulatiemodellen mogelijke ontwikkelingen in de toereikendheid van pensioenen te simuleren, uitgaande van de scenario’s en projecties die door de AWG werden ontwikkeld. Dit rapport is dus complementair aan de simulaties van de AWG betreffende de budgettaire impact van de vergrijzing. De resultaten uit dit rapport worden samengevat in paragraaf 5.1.2 van het 2018 Pension Adequacy Report.
België, Hongarije en Zweden hebben hun dynamische microsimulatiemodellen gebruikt om mogelijke ontwikkelingen in de pensioenadequaatheid te simuleren, rekening houdend met de projecties en hypothesen van de AWG. De resultaten die worden voorgesteld in dit gezamenlijk rapport tonen de potentiële waarde van het gebruik van dynamische microsimulatie op EU-niveau. Tot slot blijkt dat het verhogen van de tewerkstellingsgraad van oudere werknemers niet alleen de pensioenuitgaven vermindert, maar ook het armoederisico bij ouderen.
De afgelopen jaren, en in het bijzonder de periode 2005-2009, worden gekenmerkt door reële herwaarderingen van de bijstand voor ouderen (inkomensgarantie voor ouderen, IGO). Tegelijk is in de periode 2003 tot 2010 het percentage ouderen dat in risico van armoede leeft geëvolueerd van 21% in 2003, via een maximum van 23% in 2005, tot 20% in 2010. Per saldo is gedurende de gehele periode 2003-2010 het armoederisico dus nauwelijks gedaald. Wel stellen we bij de ouderen een daling vast van de armoedekloof. Deze working paper behandelt de vraag waarom de substantiële maatregelen ter bestrijding van armoede bij ouderen niet tot een grotere daling van het armoederisico hebben geleid. Slaagt de minimuminkomenbescherming er niet of onvoldoende in om het inkomen van de armste ouderen op te krikken? Of is er iets mis met de gebruikte indicator van armoede bij ouderen, of met de achterliggende gegevens?
Sinds het begin van de jaren 90 bestudeert het FPB de budgettaire houdbaarheid van de wettelijke pensioenen op lange termijn met behulp van een macrobudgettair model MALTESE. Sedert enige jaren hanteert het FPB ook een dynamisch microsimulatiemodel MIDAS om de budgettaire houdbaarheid aan te vullen met evaluaties van sociale houdbaarheid of toereikendheid van de wettelijke pensioenen. Deze Working Paper illustreert de mogelijkheden van het op elkaar afstemmen van beide modellen, dit aan de hand van de analyse van verscheidene scenario’s, met ofwel een andere macro economische omgeving (inzake werkgelegenheid en productiviteitsgroei) ofwel de impact van beleidsmaatregelen.
In de context van het AIM onderzoeksproject, gefinancierd door de Europese Commissie in het 6e kaderprogramma, is een dynamisch microsimulatiemodel MIDAS ontwikkeld voor België, Duitsland en Italië. Dit is een gezamenlijk project van het Duitse DIW, het Italiaanse ISAE en het FPB. Het model simuleert de toekomstige ontwikkeling armoede en ongelijkheid bij gepensioneerden, en de herverdelende werking van pensioenen. Hierbij wordt waar mogelijk aangesloten bij de projecties en veronderstellingen van de Ageing Working Group.
Het Federaal Planbureau (fpb) kreeg in het kader van een onderzoekscontract met de federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden (dwtc) de opdracht een studie te realiseren getiteld: "Transitie naar de informatiemaatschappij: perspectieven en uitdagingen voor België". Eén luik van dit onderzoek slaat op de impact van deze transitie op de situatie van armoede en dualiseirngstendenzen in België. Het fpb heeft dit onderzoeksluik opgedeeld in twee fasen en publicaties. In een eerste fase hebben Jean-Maurice Frère en Christophe Joyeux (2000) in het rapport ‘ict en dualisering: een inleidende studie’ de termen armoede, sociale uitsluiting en dualisering conceptueel uitgeklaard. De diverse armoedemeetmethodes alsmede de omvang en kenmerken van armoede in België en in een Europese context werden vervolgens beschreven. Deze studie verkent tenslotte mogelijke verbanden tussen de eerder beschreven armoedesituaties en evoluties op het vlak van Informatie- en Communicatietechnologieën (ict). In een tweede fase, waarin dit working paper kadert, wordt de relatie tussen ict en dualisering zowel inhoudelijk als statistisch verder uitgediept. De onderzoeksvragen zullen in dit eerste hoofdstuk worden toegelicht. Door middel van een analyse van de Panel Studie van Belgische Huishoudens (psbh) zal worden getracht deze onderzoeksvragen te beantwoorden.