Page Title

De instelling

Het Federaal Planbureau (FPB) is een onafhankelijke instelling van openbaar nut. Het maakt studies en vooruitzichten over economische, sociale en milieubeleidskwesties. Ook wordt de integratie van die beleidskwesties in een context van duurzame ontwikkeling bestudeerd.

Henri Bogaert

Picture : Henri Bogaert

Na zijn studies economie aan de Universiteit van Namen, ging Henri Bogaert aan het werk bij het Federaal Planbureau, waar hij deel uitmaakte van de equipe voor macro-economische analyses en vooruitzichten en zich toespitste op de uitwerking en het gebruik van macro-economische modellen. Tussen 1989 en 1990 droeg hij bij tot de oprichting van een privémaatschappij (ADE) gespecialiseerd in economische studies. Van 1990 tot 1992 was hij adjunct-directeur op het kabinet van de Eerste Minister. Van september 1992 tot april 2014 stond hij aan het hoofd van het Federaal Planbureau als Commissaris bij het Plan. Op 1 mei 2014 ging Henri Bogaert op pensioen en werd hij Erecommissaris bij het Plan.

 

Contactgegevens

CV & Publicaties

  • Improving the Stability and Growth Pact by integrating a proper accounting of public investments: a new attempt

    De verbetering van de werking van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) ligt weer op tafel, temeer omdat de daling van de overheidsinvesteringen als gevolg van de fiscale aanpassingsprocessen die ingevoerd zijn volgens de huidige regels van het Pact gezien wordt als een rem op de toekomstige economische groei. Tijdens de discussies over een herziening van het Pact in 2005, suggereerden verschillende belangrijke auteurs (bijvoorbeeld: Blanchard en Giavazzi in CEPR van februari 2004) om terug te grijpen naar een gouden regel waarbij de investeringsuitgaven, verminderd met de afschrijvingen, niet in het tekort verrekend worden. Het Pact werd in 2015 herzien, maar dat voorstel werd niet aangenomen. Deze paper stelt een nieuwe poging voor om een adequate verrekening van de investeringen in het Pact op te nemen door de formule van de MTO (middellangetermijndoelstelling voor het begrotingsevenwicht) te wijzigen, zonder de andere dimensies van de huidige formule uit het oog te verliezen: de gedeeltelijke voorziening van de zogenaamde vergrijzingskosten en de versnelde schuldafbouw voor landen met een hoge schuldgraad. Zo  wordt het programma van overheidsinvesteringen het kernstuk van het structurele regeringsbeleid en niet het eerste instrument van een cyclisch beleid.

    Working Paper 01-16 [07/01/2016]
  • Une méthode d’estimation des composantes cyclique et structurelle de la variation du taux d’endettement

    Deze studie presenteert een methode om de jaarlijkse verandering van de schuldgraad in drie componenten op te splitsen: een cyclische, een structurele en een eenmalige component. Dit maakt het mogelijk om de structurele voorwaarden voor een positief of negatief sneeuwbaleffect te identificeren. Uit de studie blijkt dat de cyclische component van de wijziging van de schuldgraad belangrijk kan zijn en, naargelang van het jaar, het structureel karakter van de endogene wijziging van de schuld gedeeltelijk kan verbergen. De methode wijkt af van de ramingsmethode van de voor conjunctuurinvloeden gecorrigeerde schuld van de Europese Commissie. In vergelijking met die laatste, wordt een cyclische component geraamd die sterker gecorreleerd is met het niveau en de variatie van de output gap. Tot slot bespreekt de studie de wenselijkheid en de mogelijkheid om in deze benadering rekening te houden met een evenwichtsniveau voor de inflatie en voor de rentevoet.

    Working Paper 08-15 [30/10/2015]
  • Concurrentievermogen van België: uitdagingen en groeipistes

    Het Federaal Planbureau heeft in mei 2012 een tussentijds rapport over het concurrentievermogen van België opgesteld als antwoord op een verzoek van de Eerste Minister in het kader van de eerste fase van de opmaak van het relanceplan. Dit rapport maakte de balans op van het concurrentievermogen van België en informeerde de regering over de situatie van België ten opzichte van de drie buurlanden. De analyses werden voortgezet om de determinanten van het concurrentievermogen te achterhalen en bijgevolg ook de belangrijkste toekomstige uitdagingen om het concurrentievermogen te verbeteren. De huidige publicatie, die op 26 oktober 2012 werd afgerond, geeft een overzicht van die analyses. Ze werd meegedeeld aan de Eerste Minister en de minister van Economie als technische ondersteuning voor de tweede fase van het relanceplan in het kader van de opmaak van de begroting 2013.

    Article 20121127 [27/11/2012]
  • Concurrentievermogen van België - Uitdagingen en groeipistes

    Het Federaal Planbureau heeft in mei 2012 een tussentijds rapport over het concurrentievermogen van België opgesteld als antwoord op een verzoek van de Eerste Minister in het kader van de eerste fase van de opmaak van het relanceplan. Dit rapport maakte de balans op van het concurrentievermogen van België en informeerde de regering over de situatie van België ten opzichte van de drie buurlanden. De analyses werden voortgezet om de determinanten van het concurrentievermogen te achterhalen en bijgevolg ook de belangrijkste toekomstige uitdagingen om het concurrentievermogen te verbeteren. De huidige publicatie, die op 26 oktober 2012 werd afgerond, geeft een overzicht van die analyses. Ze werd meegedeeld aan de Eerste Minister en de minister van Economie als technische ondersteuning voor de tweede fase van het relanceplan in het kader van de opmaak van de begroting 2013.

    Planning Paper 112 [26/11/2012]
  • Le retour de l’effet boule de neige

    Exposé à l’Institut Belge des Finances Publiques le 4 juin 2010

    SP100604_01 [04/06/2010]
  • Voor welke uitdagingen plaatst de vergrijzing ons ? Réunion du groupe de travail 1 de la Conférence nationale des pensions

    SP090225_01 [25/02/2009]
  • Réunion des Vice-Présidents - Conseil Central de l’Economie

    SP090218_01 [18/02/2009]
  • Rapport au Parlement : "La crise financière et ses effets sur l'économie belge: premiers constats et perspectives"

    OPFINCR0901 [07/01/2009]
  • De macro-economische en financiële context waarin de opmaak van de Federale Begroting 2009 gebeurde

    Journée d’études “budget 2009” –Studiedag “begroting 2009” –IBFP –BIOF -5.12.2008

    OPIBFP08 [05/12/2008]
  • Rapport voor de Eerste Minister - Impact van de financiële crisis op de reële economie en prioritaire vragen met betrekking tot het te voeren beleid om die impact te beperken

    Sinds midden 2007 is de economische toestand duidelijk verslechterd. Ondanks de weinige negatieve informatie die in augustus beschikbaar was, werden de economische groe-ivooruitzichten voor 2009 in de Economische Begroting, die op 11 september door het Instituut voor de Nationale Rekeningen werd goedgekeurd, sterk neerwaarts herzien. Half september brak de zwaarste financiële crisis sinds 50 jaar los, die wereldwijd om zich heen greep. Dankzij het snelle en vastberaden optreden van de regeringen, waarbij de Belgische regering als één van de eerste reageerde, werd de ineenstorting van het banksysteem vermeden. De acute fase van de financiële crisis is echter nog niet voorbij. De aandelenmarkten blijven laagterecords optekenen. De risico's voor de financiële instellingen waar de regeringen nog niet hebben ingegrepen, blijven belangrijk en weinig duidelijk. Zelfs in een scenario van geleidelijke stabilisering van de financiële markten, zou de financiële crisis een zeer negatieve weerslag op de reële economie kunnen hebben.

    OPFINCR08 [30/10/2008]
  • Formation des salaires et chômage régional en Belgique : un regard macro-économique

    La Belgique, avec l’Italie, se distingue par une disparité élevée et persistante des taux de chômage régionaux. La négociation centralisée au niveau sectoriel national est souvent évoquée pour expliquer ce phénomène. Un modèle macroéconomique de négociation est développé pour rendre compte à la fois de la disparité des taux de chômage et de l’amplification de celle-ci par des effets d’hystérèse. L’adéquation des hypothèses avec la réalité belge est ensuite envisagée. Un critère d’efficience globale de la centralisation est proposé et appliqué à la Belgique. L’approche permet aussi d’éclairer la  question de la régionalisation des négociations salariales.  Elle permet aussi d’apprécier les faiblesses des analyses empiriques dont nous disposons actuellement. Si l’analyse confirme le rôle que peut jouer la centralisation des négociations salariales pour expliquer les disparités du chômage, elle indique cependant que ce rôle est limité mais important si il débouche sur un processus d’accumulation de chômage structurel. Aujourd’hui, la grande partie de ces disparités est devenue structurelle et nécessite des politiques adaptées.

    Working Paper 03-08 [17/01/2008]
  • Long-term population projections in Europe: How they influence policies and accelerate reforms

    The long-term demographic projections have progressively raised concerns about the consequences of ageing population. To better understand those changes and measure their size,
    projections of social expenditure have been built and progressively refined. Confronted with a large budgetary cost of ageing in the long run, the Government’s alternative is: solve the problem
    when it comes up or try to anticipate the negative results and prevent them. Three ways are to be considered that are not mutually incompatible: reforming the social system in order to reduce the cost for the present and future generations, increasing the tax or contribution receipts by pushing up employment rates and the trend growth of GDP and saving now in the public sector to cover the increase of the future expenditure. The paper shows that, since the end of the nineties, a broad movement of reforms has taken place in the EU which involves this three-pronged strategy.


    Les projections démographiques à long terme ont progressivement soulevé des questions à propos des conséquences du vieillissement de la population. Pour mieux comprendre cette évolution et mesurer son importance, des projections de dépenses sociales ont été élaborées et progressivement affinées. Ces projections font ressortir que le coût budgétaire à long terme du vieillissement sera important. Face à ce constat, les décideurs ont deux alternatives : soit ils résolvent le problème au moment où il se pose, soit ils tentent d’anticiper les résultats négatifs et de les prévenir. Trois pistes – qui sont compatibles les unes avec les autres - sont à envisager : réformer le système social afin de diminuer le coût du vieillissement pour les générations actuelles et futures, augmenter les recettes fiscales et de cotisations en relevant le taux d’emploi et le taux de croissance tendancielle du PIB et enfin réduire les dépenses du secteur public en vue de couvrir l’augmentation future des dépenses. Cette étude montre qu’un grand mouvement de réforme, impliquant une triple stratégie, s’est développé en Europe depuis la fin des années 90.

    Working Paper 02-08 [16/01/2008]
  • Financement public de l’économie belge : mise en perspective générale

    De tussenkomst van de overheid in de Belgische economie gebeurt op velerlei manieren. Eén van de aspecten van overheidstussenkomst is de financiering van de ondernemingen van de marktsector. Dat gebeurt ofwel via overheidssteun, ofwel via participaties in het kapitaal van ondernemingen. De financieringstegemoetkomingen kenden het voorbije decennium een significante evolutie in België. Deze paper beoogt een beschrijving te geven van de grote trends ter zake.

    Working Paper 01-08 [15/01/2008]
  • Fiscal councils, independent forecasts and the budgetary process: lessons from the Belgian case

    This paper describes the operating mode of the two existing Belgian fiscal councils - the High Council of Finance and the National Accounts Institute - as well as their role in the budgetary planning process and emphasizes the part taken by the FPB in producing independent macroeconomic forecasts. In the context of the revised Stability and Growth Pact, lessons drawn from the Belgian experience can certainly be useful for other Member States willing to improve their fiscal institutional settings.

    Working Paper 04-06 [06/10/2006]
  • Fiscal councils, independent forecasts and the budgetary process: lessons from the Belgian case

    This paper describes the operating mode of the two existing Belgian fiscal councils as well as their role in the budgetary planning process. These institutions, created or reformed in depth in a context of large public deficits and increasing public debt-to-GDP ratios coupled with the regionalization of the Belgian state, are the result of a maturing process. The National Accounts Institute covers the positive side of the budgetary process, while the High Council of Finance deals with the normative side. Concerning the former domain, the creation of an independent institution to provide unbiased forecasts undeniably contributed to the consolidation of public finances in Belgium. In the context of the revised Stability and Growth Pact, lessons drawn from the Belgian experience can certainly be useful for other Member States willing to improve their fiscal institutional settings. Our chief recommendations for making the budgetary process successful are: institutions dealing with positive economics should enjoy a fully independent status but remain public; positive and normative issues should be completely separated from an institutional point of view; and responsibility should be shared between several strong independent institutions so as to minimize political pressure.

    Working paper 04-06 [15/06/2006]
  • Les conséquences économiques du choc pétrolier sur l’économie belge

    La hausse du prix du pétrole a été ces derniers mois un des phénomènes marquants de la vie économique et sociale. Les niveaux atteints aujourd’hui se rapprochent à des records historiques, ce qui, si l’on se réfère aux crises pétrolières des années 70, devrait avoir des conséquences dramatiques sur l’économie: hausse des prix, chute de rentabilité des entreprises, pertes du pouvoir d’achat, chômage, désindustrialisation. Cette perspective est d’autant plus préoccupante que les marchés à terme retiennent des prix élevés dans leurs perspectives. Il s’agit là d’un fait nouveau.

    Working Paper 01-06 [10/01/2006]
  • L’industrie a-t-elle un avenir en Belgique ?

    Avec le ralentissement de la croissance depuis 2001 et l’augmentation du chômage qui a suivi, la question de l’avenir de l’industrie en Belgique est posée une nouvelle fois. A chaque récession, cette question est posée avec acuité parce que des entreprises industrielles, souvent de taille importante, disparaissent et qu’avec elles, disparaissent aussi un certain nombre d’emplois, un know how et une capacité de production. Des demandes de soutien de l’industrie sont adressées au Gouvernement.

    Working Paper 10-04 [20/04/2004]
  • De uitdagingen voor het Belgische economische beleid in de derde fase van de

    Dit document gaat over het belang en de mogelijke gevolgen van de overstap naar de derde fase van de EMU  voor het economische beleid in België (op het gebied van het monetaire, budgettaire, inkomens- of structurele beleid). Het kadert in een proces inzake coördinatie van het economische beleid dat plaats- heeft in de Europese Unie (globale richtsnoeren voor het economische beleid, Groei- en Stabiliteitspact, toezicht op buitensporige tekorten, nationale actie- plannen voor werkgelegenheid, multilateraal toezicht, structurele hervormingen van de goederen-, diensten- en kapitaalmarkten,...). Dit rapport wil dit coördina- tieproces dus niet in vraag stellen en evenmin kritiek uitoefenen op de economi- sche logica van de resoluties van het Stabiliteitspact of op de doelstellingen van het monetaire beleid dat door de Europese Centrale Bank zal worden gevolgd.

    Working Paper 01-99 [15/02/1999]
  • L'incidence de la dette publique et du vieillissement démographique sur la conduite de la politique budgétaire: une étude théorique appliquée au cas de la Belgique

    Planning Paper 70 [01/11/1994]
  • L'ajustement des salaires face aux chocs pétroliers et les réponses de la politique économique

    Planning Paper 53 [01/08/1991]
  • Mogelijke gevolgen van een stijging van de prijs van de ruwe olie.

    Planning Paper 48 [01/09/1990]
  • Consequences of taxing labour in a small open economy

    Planning Paper 40 [01/12/1989]
  • A disequilibrium macroeconomic model of the Belgian economy : the Maribel II model of the Planning office

    Planning Paper 39 [01/07/1989]
  • De overheidsinvesteringen

    Planning Paper 26 [03/05/1988]
  • Evaluation de la rentabilité par grands secteurs de l'économie belge

    Planning Paper 12 [01/10/1985]
  • Mesures des principaux effets de diminution des dépenses publiques et d'augmentation des recettes publiques.

    Planning Paper 02 [01/11/1983]
Please do not visit, its a trap for bots