Page Title

Publicaties

Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.

Fact Sheet 005 : België – oversterfte in 2020: 124 000 verloren levensjaren [Fact Sheet 005 - 10/05/2021]

!

Bovenstaande HTML-versie van het Fact Sheet bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het docment in het kader 'PDF & downloads'.

De oversterfte in 2020 wordt geraamd op 16 000 overlijdens. Op basis van hun levensverwachting hebben deze 16 000 personen samen 124 000 jaar verloren, of gemiddeld 7,7 jaar per persoon. Deze cijfers lijken aan te tonen dat COVID-19 niet alleen het overlijden zou hebben veroorzaakt van de meest kwetsbare personen die, zonder de epidemie, een paar weken of maanden later sowieso gestorven zouden zijn.

Verloren levensjaren, een synthetische maatstaf voor vroegtijdige sterfte door een bepaalde oorzaak.

Over het sterftecijfer in 2020 in de context van de gezondheidscrisis zijn reeds tal van studies verricht door verschillende instellingen. Deze studies focussen op het aantal overlijdens, hetzij het totale aantal door COVID-19 veroorzaakte overlijdens, hetzij de oversterfte ‘alle oorzaken samen’ in 2020. Om te bepalen in welke mate deze sterfgevallen vroegtijdig waren, kan een indicator worden berekend: de verloren levensjaren.

Zoals de naam al zegt, meet deze indicator het aantal levensjaren dat door een bepaalde oorzaak verloren is gegaan. Het wordt verkregen door het aantal overlijdens (per leeftijd en geslacht) te wijten aan een specifieke oorzaak te vermenigvuldigen met de levensverwachting per leeftijd en geslacht. In deze analyse wordt het aantal verloren levensjaren echter niet berekend op basis van het aantal coronadoden, maar op basis van de geraamde oversterfte in 2020. Er zijn twee argumenten voor deze keuze. Ten eerste worden bij de analyse aan de hand van de oversterfte fouten bij de indeling van de sterfgevallen naar oorzaak vermeden, ook al blijkt uit verschillende studies dat België zijn overlijdens als gevolg van de epidemie vrij exhaustief in rekening heeft gebracht. Ten tweede is de berekening van de levensverwachting gebaseerd op sterftequotiënten over een volledig kalenderjaar, van januari tot januari, zoals ook de oversterfte in deze analyse.

De hier gepresenteerde resultaten hebben dus betrekking op de oversterfte ‘alle oorzaken’, niet op de sterfte veroorzaakt door COVID-19. Aangezien de oversterfte in 2020 echter grotendeels door COVID-19 wordt verklaard, kan de hier gepresenteerde indicator worden gelijkgesteld met een indicator van door COVID-19 veroorzaakte voortijdige sterfgevallen.

Een oversterfte van 16 000 personen: deze overledenen verloren gemiddeld 7,7 levensjaren.

Het totale aantal sterfgevallen ‘alle oorzaken’ in 2020 wordt geraamd op 127 800. Uitgaande van de sterftekansen per leeftijd en geslacht die in normale tijden gelden, zou het totale aantal sterfgevallen in 2020 voor België op 111 800 worden geraamd. De oversterfte (alle oorzaken) in 2020 wordt bijgevolg geraamd op 16 000 personen (meer info: Demografische vooruitzichten 2020-2070, referentiescenario en varianten, Federaal Planbureau en Statbel). De vermenigvuldiging van dit aantal extra sterfgevallen per leeftijd en geslacht met de levensverwachting (zonder COVID-19) per leeftijd en geslacht in 2020, levert een totaal van 124 000 verloren levensjaren op. Als we dit totale aantal delen door de 16 000 extra sterfgevallen, kunnen we concluderen dat deze mensen gemiddeld nog 7,7 levensjaren voor de boeg hadden.

Totaal aantal verloren levensjaren per leeftijdsgroep

Van de 124 000 verloren levensjaren in 2020 is 32 % toe te schrijven aan 85-plussers, terwijl zij 57 % van de oversterfte vertegenwoordigen. Dit verschil wordt verklaard door een lagere levensverwachting op deze leeftijd. Omgekeerd bedraagt het aandeel van de 65-74-jarigen in de extra sterfgevallen slechts 14 %, maar het aandeel van deze leeftijdsgroep in het totale aantal verloren levensjaren is 31 %, wat te verklaren is door de hogere levensverwachting op deze leeftijd. De levensverwachting (los van het geslacht) is bijvoorbeeld 17 jaar voor personen tussen 65 en 74 jaar en 5 jaar voor 85-plussers.

Een kritische blik op deze analyse

De analyse maakt gebruik van de levensverwachtingen per leeftijd en geslacht. De mensen die gestorven zijn als gevolg van COVID-19 kunnen echter een lagere levensverwachting hebben gehad, onafhankelijk van COVID-19, als gevolg van reeds aanwezige comorbiditeit. Dit element zou kunnen leiden tot een overschatting van het aantal verloren levensjaren. Deze beperking van de methode geldt echter ongeacht de onderzochte doodsoorzaak. Merk op dat de sterftequotiënten die voor de berekening van de levensverwachting worden gebruikt, gebaseerd zijn op de volledige bevolking die in België woont. Zij geven dus de gemiddelde gezondheidstoestand van de bevolking ‘in normale tijden’ weer, met inbegrip van comorbiditeitsfactoren.

De cijfers in deze Fact Sheet moeten dus met een kritische blik worden geanalyseerd, afhankelijk van de gemaakte methodologische keuzes. De verkregen cijfers lijken evenwel aan te tonen dat COVID-19 niet alleen het overlijden zou hebben veroorzaakt van de meest kwetsbare personen die, zonder de epidemie, een paar weken of maanden later sowieso zouden gestorven zijn. De 16 000 extra sterfgevallen die voor 2020 worden geraamd, zouden vroegtijdig gestorven mensen vertegenwoordigen, gemiddeld 7,7 jaar te vroeg.

  Verwante documenten

None
Please do not visit, its a trap for bots