Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Publicaties
Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
Dit rapport vergelijkt de toekomstige evoluties van het gemiddeld pensioen en van de pensioenuitgaven volgens het huidige pensioensysteem met een systeem gebaseerd op een reële herwaardering van de lonen in de werknemersregeling. Deze herwaardering is één van de aspecten van het pensioensysteem met punten en gaat bovendien gepaard met de invoering van een correctiecoëfficiënt in de pensioenberekening om budgetneutraliteit te garanderen.
Rapporten - REP_CEP12_11678 (nl),
De databank PEACH2AIR koppelt de uitstoot van broeikasgassen en verzurende gassen, van gassen die bijdragen tot troposferische ozonvorming en van zwevende deeltjes aan consumentenuitgaven in België in 2014. Het is gebaseerd op gestandaardiseerde gegevens over luchtverontreiniging (inclusief luchtemissierekeningen), input-outputtabellen en de huishoudbegrotingsenquête. Uit analyses voor 2014 blijkt dat energieproducten alsook voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken de meest luchtvervuilende uitgavencategorieën zijn.
Working Papers - Working Paper 03-18 (en),
Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de minister van Economie. Volgens de gangbare procedure heeft het Federaal Planbureau (FPB) een voorstel van economische begroting voorgelegd aan het wetenschappelijk comité en aan de raad van bestuur van het INR. Die laatste keurt de definitieve cijfers goed en draagt de eindverantwoordelijkheid. Het wetenschappelijk comité heeft een gunstig advies uitgebracht over de economische begroting.
Vooruitzichten - Economic outlook 2018 (fr), (nl),
Op 22 december 2017 werd het Federaal Planbureau aangezocht door het Kabinet van federaal Minister van Energie Mevr. Marghem om een nieuwe studie uit te voeren. De aanleiding van deze opdracht was de vraag naar bijkomende cijfers na het verschijnen van de gemeenschappelijke Visienota opgesteld door de vier Ministers van Energie. De opdracht van deze extra studie bestaat erin de impact van bepaalde socio-economische indicatoren te analyseren voor vier elektriciteitsscenario’s met als tijdshorizon het jaar 2030.
Rapporten - OPREP201802 (mix),
Het Federaal Planbureau publiceert zijn demografische projecties voor België 2017-2070. Zij vestigen de aandacht op de effecten van de uitdoving van de babyboomgeneratie en bepaalde regionale verschillen.
Vooruitzichten - EFPOP1770 (fr), (nl),
Deze Working Paper stelt een nieuwe indicator voor om de evolutie van het welzijn in België te meten. De indicator werd opgesteld op basis van een statistische analyse van de determinanten van het welzijn van de Belgen en heeft als voordeel dat hij transparant, opsplitsbaar en gemakkelijk communiceerbaar is. Uit de analyse van de indicator blijkt dat het welzijn van de Belgen globaal afgenomen is tussen 2005 en 2016. Die daling is vooral te wijten aan de verslechtering van de gezondheidstoestand van de Belgen.
Working Papers - Working Paper 02-18 (fr), (nl),
Het rapport presenteert de jaarlijkse actualisering van een set aanvullende indicatoren naast het bbp die, naargelang van de beschikbaarheid van de gegevens, betrekking heeft op de periode 1990-2016. De wet van 14 maart 2014 tot aanvulling van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen met een set aanvullende indicatoren voor het meten van levenskwaliteit, menselijke ontwikkeling, de sociale vooruitgang en de duurzaamheid van onze economie geeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de opdracht die set indicatoren uit te werken en vertrouwt die opdracht toe aan het Federaal Planbureau.
Dit rapport stelt ook een composiete indicator voor om het welzijn ‘Hier en nu’ te meten. Die indicator zou in de volgende edities moeten worden aangevuld met composiete indicatoren voor de andere twee dimensies van duurzame ontwikkeling, ‘Later’ en ‘Elders’.
De gegevens zijn beschikbaar op www.indicators.be.
Andere publicaties - OPREP201801 (fr), (nl),
Deze Working Paper analyseert verschillende varianten van de demografische vooruitzichten. De eerste benadering toont de impact van de alternatieve scenario’s van de toekomstige evolutie van de componenten van de bevolkingsgroei. Ook de impact van bepaalde van die scenario’s op de evolutie van de sociale uitgaven en het armoederisicopercentage van de gepensioneerden wordt onderzocht. De tweede benadering bestaat erin een gevoeligheidsanalyse uit te voeren van de demografische projectie voor bepaalde parameters van het model, in het bijzonder de waarnemingsperiodes die zijn gekozen om de trends te ramen.
Working Papers - Working Paper 01-18 (fr),
De Europese Verordening 538/2014 (tot wijziging van Verordening 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die reeds sinds 2013 moeten worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd: de rekeningen voor de milieugoederen en dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energie-stroom-rekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de uitgavenrekeningen voor milieubescherming voor de jaren 2014-15.
Andere publicaties - REP_EPEA2017 (fr), (nl),
Het Federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling 2017 vertrekt van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de VN. Het maakt de balans van 34 indicatoren over de evolutie van België naar de SDG’s en onderzoekt de kloof tussen bestaande scenario’s en de SDG’s voor 3 domeinen: armoede, energie en vervoer. De huidige evoluties gaan in het algemeen in de goede richting, maar ze blijven ver verwijderd van de bestaande becijferde doelstellingen.
Rapporten - Sustainable development Report 2017 (fr), (nl),
The Ageing Working Group (AWG) was established in December 1999 by the Economic Policy Committee of the European Council ECOFIN. This working group is responsible for producing common budgetary projections on age-related public expenditure items. Each Member State calculates its longterm pension expenditure based on common assumptions discussed in the AWG.
The demographic and macroeconomic assumptions in the public pension expenditure projection of Belgium for the AWG are different from those retained in the national projection of the Study Committee on Ageing, as well as the scope of pension definition. This projection is carried out using the MALTESE model of the Federal Planning Bureau.
This report presents the new Belgian pension projection 2016-2070 that will be published in the “2018 Ageing Report” next year. In addition, these results will be used in the context of the “Fiscal Sustainability Report” of the European Commission that assesses the mid-term and long-term fiscal situation of Member states.
Andere publicaties - REP_COUNTRYFICH2017 (en),
De Europese Verordening 538/2014 (tot wijziging van Verordening 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die reeds sinds 2013 moeten worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd: de rekeningen voor de milieugoederen en dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energie¬stroom¬rekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieugoederen en -dienstensector voor de jaren 2014-15.
Andere publicaties - REP_EGSS2017 (fr), (nl),
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie voor de jaren 2011-15
Andere publicaties - REP_EWMFA2017 (fr), (nl),
De reorganisatie van productieprocessen tijdens de afgelopen decennia heeft geleid tot een meer doorgedreven internationale arbeidsverdeling en tot delokalisaties van industriële activiteiten en van zakelijke dienstverlening. Hoewel ondernemingen met deze reorganisaties productiviteitswinsten nastreven, geven de ermee verbonden delokalisaties in geïndustrialiseerde landen zoals België aanleiding tot bezorgdheid, in het bijzonder over de werkgelegenheid. In dit artikel worden delokalisaties en de gevolgen ervan voor België geanalyseerd. Het is een FPB-vertaling van een in “Reflets & perspectives de la vie économique” gepubliceerd artikel dat de in het Engels geschreven FPB working papers over delocalisatie (“offshoring”) van de laatste jaren samenvat.
Artikels - Article 20171121
De aanvullende tabel 29 ‘Verworven pensioenrechten in de sociale verzekering’ van het Eurostat transmissie programma heeft betrekking op de wettelijke en de aanvullende pensioenstelsels van de sociale verzekering in België. In een working paper die gepubliceerd werd in mei 2017 presenteerde het Federaal Planbureau een eerste methode om te kolommen van de tabel in te vullen die betrekking hebben op de wettelijke pensioenstelsels. Volgend op deze publicatie en de datatransmissie naar Eurostat midden 2017 werd beslist het model aan te passen en de PBO-methode in te voeren in de projectie van de pensioenen. Bovendien bevatte het eerste model een fout in de programmering wat tot een overschatting van de verworven rechten leidde. Deze fout werd gecorrigeerd en bijgevolg zijn de verworven pensioenrechten nu lager dan wat in de working paper werd gepresenteerd.
Rapporten - REP_11311 (en),
Deze energievooruitzichten beschrijven de evolutie van het nationaal energiesysteem tot 2050 bij ongewijzigd beleid. Het laat toe op Belgisch niveau lessen te trekken over de eventuele nood aan bijkomend beleid en maatregelen in de context van het Europese klimaat- en energiekader tegen 2030 en de transitie naar een lagekoolstofmaatschappij tegen 2050. In dat opzicht kan dit rapport een waardevolle bijdrage leveren aan het debat over het interfederale energiepact dat erop gericht is een gemeenschappelijke energievisie te bepalen voor de verschillende gefedereerde entiteiten tegen 2030 en 2050.
Vooruitzichten - EFEN2017 (fr), (nl),
Het rapport beoogt een beeld te geven van de voornaamste determinanten van de economische groei en de productiviteitsontwikkeling in België, in vergelijking met de drie buurlanden en de Verenigde Staten over een lange periode, van 1970 tot 2015. Het bevat ook een gedetailleerde analyse van de recente periode (2000-2015) die de impact toont van de economische en financiële crisis van 2008.
Working Papers - Working Paper 11-17 (en),
Deze working paper is een update van een studie uit 2007 die de nauwkeurigheid van de middellangetermijnvooruitzichten voor de Belgische economie evalueert. De studie wordt uitgebreid met negen bijkomende edities van die vooruitzichten die periodes vóór, tijdens en na de financiële crisis bevatten.
In het kader van de wet van 28 februari 2014 betreffende het Instituut voor de Nationale Rekeningen heeft het Wetenschappelijk Comité voor de economische begroting kennisgenomen van deze studie en er een advies over uitgebracht.
Working Papers - Working Paper 13-17 (en), (fr), (mix), (mix), (nl),
Vooruitzichten - Economic outlook 2017-2018 (Sept) (fr), (nl),
Het Federaal Planbureau is binnen het Instituut voor de Nationale Rekeningen verantwoordelijk voor het maken van de macro-economische vooruitzichten die worden gebruikt om de overheidsbegroting op te stellen. Deze Working Paper presenteert een update van de expostevaluatie van de kwaliteit van die vooruitzichten. In vergelijking met de vorige Working Paper daarover werd de steekproef uitgebreid met zes bijkomende jaren en werd het aantal onderzochte variabelen verhoogd, in het bijzonder met reeksen tegen lopende prijzen. Bovendien wordt in deze paper ook onderzocht in welke mate de waargenomen voorspellingsfouten te wijten zijn aan fouten in de exogene hypothesen met betrekking tot de internationale omgeving.
Working Papers - Working Paper 12-17 (en), (fr), (nl), (nl), (mix),
De Europese Verordening nr. 691/2011 (gewijzigd door Europese Verordening nr. 538/2014) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die reeds sinds 2013 moeten worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd: de rekeningen voor de productie van milieugoederen en -diensten (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit voor de jaren 2011-2015.
Andere publicaties - REP_ETEA2017_11549 (fr), (fr), (nl), (nl),
De Europese Verordening nr. 691/2011 (gewijzigd door Europese Verordening nr. 538/2014) verplicht de lidstaten van de Europese Unie vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om de drie rekeningen die sinds 2013 moeten worden geleverd, namelijk de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), maar ook de drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd, namelijk de rekeningen van de milieugoederen- en -dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2011-2015.
Andere publicaties - REP_AEA2017_11554 (fr), (fr), (nl), (nl),
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de fysieke-energiestroomrekeningen voor de jaren 2014-2015.
Andere publicaties - REP_PEFA2017_11551 (fr), (fr), (nl), (nl),
De traditionele toewijzing van de verantwoordelijkheid voor de uitstoot van broeikasgassen (BKG) aan het producerende land kan een vertekend beeld opleveren als gevolg van internationale handelsstromen. De invoer van emissie-intensieve producten draagt immers bij aan het verkleinen van de op productie gebaseerde uitstoot van een land. Die vaststelling heeft geleid tot de berekening van koolstofvoetafdrukken, die alle broeikasgassen omvatten die (rechtstreeks en onrechtstreeks) vervat zitten in de producten bestemd voor de finale consumptie van de ingezetenen van een land. Deze Working Paper presenteert ramingen voor de Belgische koolstofvoetafdruk berekend aan de hand van globale multiregionale input-outputtabellen die in overeenstemming zijn gebracht met gedetailleerde Belgische nationale rekeningen. Uit onze berekeningen blijkt dat de Belgische koolstofvoetafdruk aanzienlijk groter is dan de emissies op basis van productie, wat betekent dat België een netto-invoerder is van BKGemissies. Onze resultaten tonen bovendien aan dat overeenstemming met gedetailleerde nationale rekeningen wel degelijk van belang is voor de raming van de koolstofvoetafdruk gebaseerd op MRIO, in het bijzonder voor een kleine open economie zoals België.
Working Papers - Working Paper 10-17 (en),
Op vraag van de federale minister van Energie werd dit rapport opgesteld als verlengstuk van de kosten-batenanalyse die in februari 2017 door het Federaal Planbureau werd uitgevoerd. Het is een aanvulling op de februaristudie aangezien een aantal bijkomende elementen die een impact hebben op het Belgische productiepark in detail worden bestudeerd. Vier onderwerpen worden behandeld. Een eerste betreft de impact van een toename met 2 GW van de Belgische grensoverschrijdende transmissiecapaciteit op de werking van het binnenlandse flexibele thermische productiepark. Het effect van die toename op de draaiuren, de marginale kosten van het systeem, de CO2-emissies, de benodigde aardgasvolumes en de tewerkstelling wordt beschreven. Ten tweede wordt een evaluatie gemaakt van de kosten om de huidige gasgestookte centrales operationeel te houden. Een vergelijking wordt gemaakt met de kosten om nieuwe flexibele betrouwbare eenheden te bouwen. Ten derde wordt de socio-economische impact onderzocht van een verhoogd risico op een black-out. De economische asymmetrie die ontstaat in de kosten en baten van het behouden van voldoende binnenlandse productiecapaciteit om het wettelijk gedefinieerde Loss of Load (LOLE) criterium van 3h te honoreren, wordt gedocumenteerd. Ten slotte wordt in het rapport ook de vraag onderzocht van een voortijdig sluiten van in de Belgische markt aanwezige gasgestookte centrales die nog niet aan het einde van hun operationele werkingsduur zijn gekomen. Dat gebeurt aan de hand van verschillende indicatoren.
Rapporten - CBA_201702 (en),