Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Publicaties
Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
De Europese Verordening 538/2014 (tot wijziging van Verordening 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die reeds sinds 2013 moeten worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd: de rekeningen voor de milieugoederen en dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energie¬stroom¬rekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieugoederen en -dienstensector voor de jaren 2014-2016.
Andere publicaties - REP_EGSS2018 (fr), (nl),
De website www.innovationdata.be verzamelt een reeks indicatoren die de vooruitgang op het vlak van innovatie beschrijven voor België en zijn gewesten. De gegevens voor de buurlanden en het Europese gemiddelde zijn ook beschikbaar. De indicatoren met betrekking tot human resources tonen onder meer dat het aandeel personen met een diploma hoger onderwijs in België boven het Europese gemiddelde ligt.
Artikels - Article 20181127
De aankondiging van ENGIE, de operationele uitbater van de 7 nucleaire reactoren op Belgische bodem, op vrijdag 21 september 2018 dat de nucleaire eenheid T3 vijf maanden langer zal stilliggen dan verwacht (tot 1 maart 2019), T2 tot begin juni 2019 niet operationeel zal zijn en T1 eind oktober een geplande onderhoudsbeurt zal ondergaan, heeft een niet te ontkennen impact op het Belgische elektriciteitsproductiepark. Eerder werd al gecommuniceerd dat ook D1, D2 en D4 tot december 2018 zullen stilliggen. In de praktijk betekent dat dat de hele maand november 2018 slechts 1 van de 7 kernreactoren in staat zal zijn om stroom te leveren. Gegeven het grote aandeel van nucleaire energie in de binnenlandse elektriciteitsopwekking en het wegvallen van 85% van deze capaciteit tijdens de winterperiode dient de toereikendheid van het aanbod om de vraag op elk moment te voorzien nauwkeurig opgevolgd te worden. Dat is des te meer het geval omdat een volledig uitvallen van de stroom in België een erg grote economische kost veroorzaakt.
Artikels - Article 20181003
De Europese Verordening nr. 691/2011 (gewijzigd door Europese Verordening nr. 538/2014) verplicht de lidstaten van de Europese Unie vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om de drie rekeningen die sinds 2013 moeten worden geleverd, namelijk de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), maar ook de drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd, namelijk de rekeningen van de milieugoederen- en -dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de fysieke-energiestroomrekeningen voor de jaren 2014-2016.
Andere publicaties - REP_PEFA2018_11768 (fr), (nl),
De Europese Verordening nr. 691/2011 (gewijzigd door Europese Verordening nr. 538/2014) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die reeds sinds 2013 moeten worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd: de rekeningen voor de productie van milieugoederen en -diensten (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit voor de jaren 2008-2016.
Andere publicaties - REP_ETEA2018_11763 (fr), (nl),
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2008-2016.
Andere publicaties - REP_AEA2018_11767 (fr), (nl),
Voor een meer verfijnde analyse van de integratie van het concurrentievermogen en de waardeketens presenteert deze Working Paper een op microgegevens gebaseerde opsplitsing van de bedrijfstakken van de verwerkende nijverheid in de Belgische aanbod- en gebruikstabellen en input-outputtabellen van 2010 in uitvoergerichte industriële ondernemingen en industriële ondernemingen gericht op de binnenlandse markt. Uitvoergerichte ondernemingen worden gedefinieerd als ondernemingen die minstens 25 % van hun omzet exporteren. Uit de analyses op basis van de resulterende uitvoer-heterogene IOT komen verschillen tussen die twee groepen ondernemingen naar voren in termen van inputstructuur en invoergedrag: uitvoergerichte bedrijven vertonen een lagere verhouding tussen toegevoegde waarde en output, en ze voeren verhoudingsgewijs meer in van de intermediaire producten die ze gebruiken. Verder genereert de export van uitvoergerichte bedrijven heel wat toegevoegde waarde in andere Belgische ondernemingen, in het bijzonder in ondernemingen uit de dienstensector. De beleidsimplicatie van deze resultaten is dat het externe concurrentievermogen niet alleen afhankelijk is van uitvoerders, maar ook van ondernemingen die hoofzakelijk de binnenlandse markt bedienen. Om het effect van exportpromotie te maximaliseren in termen van binnenlandse toegevoegde waarde, moet bijgevolg de volledige waardeketen van de uitvoerproductie in rekening worden gebracht.
Working Papers - Working Paper 11-18 (en),
Deze working paper illustreert de werking van het HERMES-model aan de hand van acht beleidsvarianten. De hier voorgestelde maatregelen worden gesimuleerd ten opzichte van een referentiescenario, nl. de Economische vooruitzichten 2018-2023 (juni 2018). Ze verhogen de overheidsuitgaven of verminderen de overheidsontvangsten over een periode van vijf jaar.
Working Papers - Working Paper 10-18 (fr), (nl),
De vooruitzichten voor de Belgische economie in 2018 en 2019 zijn licht gewijzigd in vergelijking met onze junivooruitzichten. De economische groei is in beide jaren met 0,1 procentpunt neerwaarts herzien. Net als in de meeste andere eurolanden bleef de bbp-groei onder de verwachtingen in het tweede kwartaal van 2018. De werkgelegenheid zou over beide jaren samen toenemen met ruim 100 000 personen. De inflatie zou licht afkoelen van 2 % dit jaar tot 1,9 % in 2019.
Vooruitzichten - Economic outlook 2018-2019 (Sept) (fr), (nl),
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2018-2023. Net als de vorige edities is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en Statistiek Vlaanderen). Het multiregionaal en multisectoraal HERMREG-model dat hiervoor wordt gebruikt is een macro-econometrisch model dat een top-downbenadering volgt. HERMREG wordt volledig afgestemd op het nationale HERMES-model van het Federaal Planbureau. Dat betekent dat de nationale middellangetermijnvooruitzichten van HERMES worden opgesplitst op het niveau van de beschouwde entiteiten aan de hand van endogene regionale verdeelsleutels.
Vooruitzichten - OPHERMREG1801 (fr), (nl),
De Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) is belast met de redactie van een jaarlijks verslag over de budgettaire en sociale gevolgen van de vergrijzing. De SCvV werd opgericht in het kader van de wet van 5 september 2001 tot waarborging van een voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van een Zilverfonds. Sindsdien werd het Zilverfonds opgeheven door de wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van de crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën. De Studiecommissie voor de Vergrijzing en haar missies blijven echter voortbestaan aangezien, krachtens dezelfde wet, het opschrift van de wet van 5 september 2001 wordt vervangen door “Wet tot oprichting van een Studiecommissie voor de vergrijzing en opstelling van een Vergrijzingsnota”.
Vooruitzichten - FORVERG201801 (fr), (nl),
Deze working paper analyseert de economische impact van een hervorming van de gereglementeerde professionele dienstverlening in België aan de hand van simulaties met het DSGE-model QUEST III R&D van de Europese Commissie.
Working Papers - Working Paper 09-18 (en),
In de voorbereiding van het 2018 Pension Adequacy Report door de Europese Commissie en het Social Protection Committee hebben teams uit België, Zweden en Italië samengewerkt om met hun microsimulatiemodellen mogelijke ontwikkelingen in de toereikendheid van pensioenen te simuleren, uitgaande van de scenario’s en projecties die door de AWG werden ontwikkeld. Dit rapport is dus complementair aan de simulaties van de AWG betreffende de budgettaire impact van de vergrijzing. De resultaten uit dit rapport worden samengevat in paragraaf 5.1.2 van het 2018 Pension Adequacy Report.
Rapporten - REP_11732 (en),
Deze studie beoogt de motieven van de non-take-up door de werkgevers te achterhalen aan de hand van een gemengde onderzoeksmethode: eerst werd het onderwerp verkend aan de hand van diepgaande gesprekken met de eerstelijnsactoren, vervolgens werd een administratieve enquête afgenomen bij de werkgevers en, tot slot, werden de enquêteresultaten aangevuld aan de hand van gesprekken en focusgroepen. De interpretatie van dit sequentiële design heeft elementen aangereikt om aanbevelingen te formuleren om de non-take-up te verminderen.
Working Papers - Working Paper 08-18 (fr), (nl),
Met de Economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau is het mogelijk een toekomst ‘bij ongewijzigd beleid’ te schetsen van de Belgische economie voor de komende vijf jaar. De Economische vooruitzichten 2018-2023 passen binnen een context waarin de conjunctuurcyclus in de eurozone zijn hoogtepunt voorbij is en de Europese economische groei op middellange termijn wordt afgeremd door de vergrijzing van de bevolking.
Vooruitzichten - Economic outlook 2018-2023 (fr), (nl),
In deze paper wordt de mogelijkheid onderzocht om een multiregionaal projectiemodel op EU-niveau op te stellen aan de hand van Eurostat-statistieken over migratie. Die statistieken worden gebruikt om een consistente oorsprong-bestemmingsmatrix voor alle EU-lidstaten op te stellen. In dit geval betekent ‘consistent’ dat de som van alle intra-EU-bewegingen gelijk moet zijn aan nul. Deze matrix wordt vervolgens gebruikt om de migratiegraad tussen de EU-landen te berekenen, die in een multiregionaal bevolkingsprojectiemodel kan worden ingevoerd.
Deze paper toont dat de huidige beschikbare officiële statistieken over de migratiestromen kunnen worden gebruikt om een multiregionaal migratiemodel op EU-niveau op te stellen. Hoewel er nog meer ontwikkelingen moeten worden ingevoerd om het model te testen en te verbeteren, levert het veelbelovende resultaten.
Working Papers - Working Paper 07-18 (en),
De groeivooruitzichten voor de Belgische economie in 2018 zijn – in vergelijking met onze februarivooruitzichten – licht neerwaarts herzien tot 1,6 % als gevolg van een tegenvallend eerste kwartaal. Voor 2019 wordt dezelfde jaargroei verwacht. De werkgelegenheid zou over beide jaren samen toenemen met 106 000 personen. Onder de hypothese van stabiele olieprijzen in 2019 koelt de inflatie dan merkbaar af tot 1,7 %, tegenover 2 % dit jaar. Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de minister van Economie. Deze macro-economische vooruitzichten kaderen in de voorbereiding van de begroting voor 2019.
Vooruitzichten - Economic outlook 2018-2019 - June 2018 (fr), (nl),
PROMES (PROjecting Medical Spending) is een microsimulatiemodel ontwikkeld op het Federaal Planbureau in opdracht van en samenwerking met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Het model heeft als doel de evolutie van de ZIV-uitgaven voor gezondheidszorg beter te begrijpen en te projecteren op korte en middellange termijn.
Rapporten - OPREP11700 (fr), (nl), (nl),
In oktober 2017 heeft het Federaal Planbureau zijn driejaarlijkse energievooruitzichten gepubliceerd. Die vooruitzichten documenteren de Belgische energie- en broeikasgasemissieprojecties bij ongewijzigd beleid tegen 2050. Ze tonen dat België ver verwijderd is van de doelstellingen die zijn vastgelegd in het Pakket schone energie en het Akkoord van Parijs. Daarom moeten deze vooruitzichten worden aangevuld door een ander rapport dat een andere invalshoek aanneemt. Dat rapport beschrijft drie alternatieve beleidsscenario’s die zowel verenigbaar zijn met het Europese klimaat- en energiekader 2030 als met de broeikasgasemissiereductiedoelstellingen voor 2050 op EU-niveau.
Working Papers - Working Paper 05-18 (en), (en), (en), (en),
Dit rapport stelt de impact voor van de invoering van een reële loonherwaardering en rekening houdend met budgetneutraliteit op het gemiddeld pensioen van de toekomstige generaties gepensioneerden in de werknemersregeling. Deze analyse werd gerealiseerd aan de hand van het microsimulatiemodel MIDAS.
Rapporten - REP_CEP13_11694 (fr),
De maatregel van de werkgeversbijdrageverminderingen voor de ‘eerste aanwervingen’ heeft tot doel de werkgelegenheidscreatie bij de nieuwe en kleine werkgevers te ondersteunen. Een deel van de werkgevers die recht hebben op de maatregel maakt er evenwel geen gebruik van. Op basis van de administratieve RSZ-gegevens wordt gepoogd het fenomeen van non-take-up te meten dat de verwachte impact van de maatregel zou kunnen vertekenen en de typeprofielen van de werkgevers die geen gebruik maken van de maatregel af te leiden.
Working Papers - Working Paper 06-18 (fr), (nl),
In de versie van maart 2018 van de ‘Economische vooruitzichten 2018-2023’ wordt een projectie van het vorderingensaldo van het geheel van de gemeenschappen en gewesten voorgesteld. Dit rapport geeft een opsplitsing van dat vorderingensaldo, waarbij enkel de saldi van de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kort worden belicht. De cijfers in dit rapport zullen worden geactualiseerd bij de publicatie van de ‘Economische vooruitzichten 2018-2023’ in juni 2018 en bij de ‘Regionale economische vooruitzichten 2018-2023’ in juli 2018.
Vooruitzichten - OPREP190418 (fr), (nl),
Dit rapport vormt een bijdrage tot de voorbereiding van het nieuwe Stabiliteitsprogramma en van het nieuwe Nationaal Hervormingsprogramma. Het vermeldt de voornaamste resultaten van een voorlopige versie van de ‘Economische vooruitzichten 2018-2023’ die in juni 2018 gepubliceerd zullen worden.
Vooruitzichten - Economic outlook 2018-2023 - March 2018 (fr), (nl),
Op vraag van de ministerraad en in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV) voert het Federaal Planbureau om de twee jaar een raming uit van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen in België. Die raming is gebaseerd op een enquête bij een representatieve steekproef van ondernemingen en zelfstandigen. Naast het kwantitatieve deel bevat de enquête ook een belangrijk kwalitatief luik waarin de mening van de ondernemingen en zelfstandigen over de problematiek van de administratieve lasten aan bod komt. Deze Planning Paper toont de resultaten die betrekking hebben op de administratieve lasten voor het jaar 2016.
Afgesloten reeksen - Planning paper 116 (fr), (nl),
Tussen april 2013 en januari 2015 werd de degressiviteit van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen afgeschaft in België. We bepalen de impact van het afschaffen door de resultaten vóór en na de hervorming te vergelijken voor de categorieën van jonge werknemers die al dan niet in aanmerking kwamen en voor de paritaire comités die al dan niet de afschaffing hebben doorgevoerd. De resultaten tonen dat de hervorming een positief effect heeft gehad op het loon en op de kans om in tewerkstelling te blijven. Anderzijds was er een zowat even groot maar negatief effect op de aanwervingskans.
Working Papers - Working Paper 04-18 (en),